Polycarbonaat dakplaten

Polycarbonaatplaten zijn opgebouwd uit twee, drie of meer wanden van het materiaal polycarbonaat, meestal in een honingraatstructuur. De platen zijn verkrijgbaar is verschillende breedten, lengten en dikten. Polycarbonaat is een kunststof met een hoge slagvastheid (250 keer sterker dan glas) en een laag gewicht. Polycarbonaat is lichtdoorlatend, en wordt daarom veel toegepast als dakbedekking voor overdekte terrassen.

Het gebruik van polycarbonaatplaten

Men vindt polycarbonaatplaten vooral terug bij overdekte terrassen en als dakbedekking van garages, carports, ateliers en serres. Zowel transparante als opale (lichtdoorlaatbare, maar niet doorzichtbare) uitvoeringen bestaan. Bepaalde soorten polycarbonaatplaten laten minder warmte en zonlicht door, waardoor het bijvoorbeeld onder een terrasoverkapping minder warm wordt. Voor dakbedekkingen past men meestal platen met een dikte van 16 mm toe, maar ook platen met een dikte van 25 mm tot zelfs 55 mm bestaan. Er zijn standaard breedten verkrijgbaar vanaf zo’n 70 centimeter tot zo’n 1250 centimeter.

Het plaatsen van polycarbonaatplaten

Voor een terrasoverkapping worden polycarbonaatplaten hellend geplaatst, met een hoogteverschil van bijvoorbeeld 10 centimeter per strekkende meter. In de lengterichting moeten de platen rusten op steunbalken. De afstand tussen de steunbalken is bepalend voor de benodigde breedte van de polycarbonaatplaat. Voor de benodigde lengte van de plaat moet men rekening houden met de uitzetting: per strekkende meter moet men een vrije ruimte van zo’n 6 millimeter voorzien. Nadat de plaat op de juiste lengte werd gezaagd, worden beide uiteinden afgedekt met stofwerende tape. Aan het vrije uiteinde van de plaat brengt men een U-vormig afsluitprofiel aan van aluminium of kunststof. Op de houten steunbalken wordt een aluminium T-profiel vastgeschroefd, waarop de zijkanten van de platen moeten rusten. Ook hier moet men rekening houden met een vrije ruimte van minstens 0,5 centimeter om de uitzetting van de platen in de breedte op te vangen.

Als de polycarbonaatplaten tegen een muur moeten aansluiten, wordt een aluminium muurprofiel aan de muur bevestigd. Om te voorkomen dat de platen wegens voortdurend uitzetten en krimpen stilaan naar beneden zakken, wordt een stopprofiel tegen het vrije uiteinde van de plaat aangebracht. Met behulp van rubberen afdichtingen wordt de ruimte tussen twee platen, alsook de ruimte tussen de muur en het uiteinde van de platen, waterdicht opgevuld. Aan de zijkanten van de dakbedekking plaatst men aluminium zijprofielen, waarbij de ruimte tussen zijprofiel en rand van de plaat eveneens met een afdichtingsrubber wordt opgevuld.